Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [46]Hoort gijlieden, die verre zijt, [47]wat Ik gedaan heb; en gijlieden, die nabij zijt, [48]bekent Mijn macht! 46. Dit is ene voorrede op hetgeen hier volgt, namelijk ene vermaning aan de vreemde natien, dat zij den waren God zouden eren vanwege het vernielen der Assyriers. 47. Te weten hoe wonderbaar Ik de Assyriers door een engel verdelgd heb. 48. Dat is, merkt en roemt mijn grote macht.